De gure ironie van hoger onderwijs

Kinderen worden bang gemaakt om het onderwijs te vroeg te verlaten. Je diploma moet zo vroeg mogelijk al zo hoog mogelijk zijn. Een hoge CITO-score is een eerste vereiste. Daarna graag een VWO-diploma, desnoods via de HAVO, en die HAVO dan desnoods via de theoretische leerweg van het VMBO. Kom je onverhoopt toch terecht op het MBO, probeer dan door te stromen naar het HBO, want via het HBO kun je altijd nog naar de universiteit. Zeker doen.
Daar wordt het lastiger, maar als het even kan doe je na je Bachelor een research-Master. De toppers kunnen nog langer binnenblijven en een promotieplek proberen te bemachtigen. Dan tel je al bijna mee, want dat is in Nederland nog steeds een betaalde baan ook al word je tegenwoordig als promovendus meestal een PhD-student genoemd.
Als het tot je promotie allemaal gelukt is om binnen ons onderwijsstelsel te blijven hangen, dan valt het deksel vermoedelijk lelijk op je neus. Want misschien is er voor een enkeling zo hier en daar nog een postdoc-plek beschikbaar, maar de kans is inmiddels behoorlijk groot dat je als postdoc zult merken dat je eigenlijk te lang binnen de muren van het onderwijs bent blijven hangen. Je houdbaarheidsdatum is waarschijnlijk verlopen. Je zal omlaag tuimelen en ergens op de arbeidsmarkt wellicht iemand met een Mastertitel uit de markt prijzen, die zelf wellicht iemand met een HBO-diploma uit de markt zal prijzen, die op zijn beurt vermoedelijk weer een MBO-er uit de markt zal prijzen. Waarmee je toch lijkt te kunnen bewijzen dat een zo hoog mogelijk diploma loont.
Maar in feite maken we er een potje van, met al dat hoger onderwijs. We maken onze kinderen volkomen onterecht wijs dat hoe langer ze op school blijven, en hoe hoger hun diploma, hoe groter de kans dat ze het in de wereld van volwassenen zullen redden.
Wat mij betreft ligt aan deze misère één denkfout ten grondslag: de identificatie van ‘hoger’ met ‘abstracter’ en ‘theoretischer’.
Wat dat betreft ligt de redding dan ook voor het oprapen: zorg als de wiedeweerga voor een stevige relatie tussen onderwijs en maatschappelijke praktijk. Wat mij betreft op de middelbare school al.
En het mooiste daarvan is dat al die hoge, abstracte en theoretische opleidingen ontzettend veel zullen kunnen leren van het MBO en het VMBO. Want die weten allang hoe je in de praktijk leert. Die hebben de waarde van ervaring al lang begrepen. Die lopen mijlenver op het universitaire onderwijs voor.

1 Reactie

  1. Dag Jan, ik fietste vandaag langs een groot en bekend advocatenkantoor. Binnen werd hard gewerkt en veel gepraat. Buiten waste het schoonmaakbedrijf in de stromende regen de ramen van de spreekkamers. En ik dacht: ze hebben elkaar nodig. Thuisgekomen las ik je bericht. Dank daarvoor. Het bevestigde mijn gedachte.
    Groet, Veronica

Reacties zijn gesloten.