Bildung

[Ik ben niet zo van de definities, maar ik heb wel degelijk zo mijn gedachten over wat ik denk dat Bildung is. Hier een eerste poging dit eens precies te omschrijven. Wellicht dat ik hem nog aanpas. Dan zal ik dat hier melden.]

Bildung is voor mij wat mensen doen als ze leven. Dan bemoeien zij zich met de vorm van hun leven. Zij verhouden zich tot die vorm en moeten daar iets mee, zullen daar iets van vinden en iets van maken. Een meer inhoudelijke definitie lijkt me niet nodig.

Bildung is het proces waarin wij ons al levend tot ons eigen leven leren verhouden. Het is een puur relationele kwestie van ons tot onszelf verhouden.

That’s all.

Merk daarbij op dat “wij” en “ons” krachtige maar ook kwetsbare persoonlijke voornaamwoorden zijn. Iedereen kan ze gebruiken, en doet dat principieel op een dubbelzinnige manier. Ze betekenen zowel “ik en mijn verwanten” als “ik en de aangesprokenen”. Daardoor spreek ik enerzijds altijd voor mijn beurt (doordat ik ongevraagd namens jou spreek) maar anderzijds altijd uitnodigend (doordat ik jou aanspreek en je daarmee erken als lid van mijn taalgemeenschap).

Wij – dat wil zeggen: jij en ik – zijn altijd al deel van de taalgemeenschap waarin wij iets van onszelf vinden, namelijk dat wat ik jou nu voorstel. Dit gebruik van ‘wij’ sluit iedereen in die mee kan praten of die door (één van) ons gehoord wordt en daardoor een stem krijgt. Bildung is in deze zin altijd een collectieve uitdaging en een collectieve prestatie.

Natuurlijk komt in iedere concrete uitspraak, in ieder concreet appèl, altijd meer inhoud mee dan dit puur relationele. (Wij zijn verantwoordelijke personen. Wij hebben een vrije wil. Wij leven altijd met ouderen en jongeren samen. Wij hebben een belangrijke pedagogische taak. Wij bestaan altijd uit mannen en vrouwen. Wij zijn rationele wezens. Wij zijn van goede wil. Wij hebben last van de confirmation bias. Wij hebben het beter dan ooit. Enz. enz.) Maar die extra inhoud zal ook altijd essentieel door sommigen van ons betwist worden. Dat is zoals het is. Zo is dat met ons (!) Het gaat er immers niet om dat je het met mij eens bent, maar dat je met mij in gesprek bent. En ik met jou. Dat gesprek gaat over ons, over wie wij zijn en over wat wij met onze wereld kunnen, mogen en moeten.

Dat is the human condition. Dat is Bildung.

2 Reacties

  1. Suggestie;
    Tweede alinea:
    Moeten EN MOGEN daar iets mee.

    (Anders wordt het leven wel erg Sartre; je moet nu eenmaal vrij zijn)

    Dank en groet
    Herman Brus

    1. Toch hou ik het bij ‘moeten’. Maar let op: het meervoudig persoonlijk voornaamwoord “zij” (“zij – meervoud – moeten iets met die vorm”) wordt hier gebruikt om naar het collectief te verwijzen. Wij – met zijn allen, samen – moeten iets met onze vorm. Er wordt hier een tweede ambiguïteit in het woordje “wij” zichtbaar. Je kunt het in collectieve zin en in distributieve zin gebruiken. In collectieve zin gebruik je ‘wij’ om naar ons allemaal te verwijzen, als collectief, samen. In distributieve zin gebruik je ‘wij’ om naar ieder van ons te verwijzen.
      Bij Sartre wordt de ‘wij’ in distributieve zin gebruikt: ieder van ons moet iets met zijn vorm. Dat is niet wat ik stel. Ik zeg dat wij met zijn allen samen iets met onze vorm moeten.

Reacties zijn gesloten.