Code rood

Natuurlijk, het is vreselijk dat de storm van gisteren voor doden en gewonden heeft gezorgd. En ‘maatschappijontwrichtende omstandigheden’ zijn er ongetwijfeld ook geweest. Tenminste gedurende een paar uur. Vandaar dat het KNMI voor deze storm “code rood” heeft afgegeven. En dat stoort me dan weer. Waarom?

Omdat het voor collectieve bewustzijnsvernauwing zorgt. En voor het creëren van overbodige verantwoordelijkheden.

Dit is wat ik bedoel. Er was een tijd dat niemand in Nederland een autochtoon was, hoewel we juist toentertijd in feite allemaal in zijn meest elementaire vorm “autochtonen” waren. Maar de term was er niet. En hij was niet nodig. Met de komst van immigranten, verschenen er langzaam een heleboel allochtonen in Nederland. Daar kwamen wij tegenover te staan, begripsmatig gezien dan, als autochtonen. Bart Brandsma heeft daar in 2006 een indringend boek over geschreven.

De term “autochtoon” heeft het scenario waarin wij ons bevinden verandert. Het heeft de betekenis van ons gedrag verandert doordat het nieuwe vormen van aansprakelijkheid heeft gecreëerd. In een context van allochtonen en autochtonen krijg je te maken met andere verantwoordingsstructuren. De huidige Zwarte Pietendiscussie is daar een nasleep van. Je kunt best beweren dat deze discussie laat zien dat we eindelijk onze naïeve onschuld aangaande ons slavernijverleden kwijt zijn geraakt. Maar misschien sla je dan toch de plank mis. We hebben er een verantwoordelijkheid bij gekregen waarvan niet duidelijk is of we die zouden moeten willen dragen.

Voor mij was Zwarte Piet immers altijd het prototype van een vrij en ongebonden type, een Pipi Langkous die zich helemaal niets van de regels hoefde aan te trekken.

En nu weer “code rood”. Vroeger ging ik onbekommerd op pad, vocht mij met alle kracht die ik in mij had tegen de wind in naar mijn werk, om ’s middags hilarisch en uitgelaten naar huis geblazen te worden. Heerlijk! Natuurlijk, ik had risico’s gelopen. Zonder dat ik het wist. Maar het voelde goed, die strijd met de elementen. Hoe gevaarlijk het was ging aan mij voorbij. Was dat naïeve en onverstandige onwetendheid?

Ik weet het niet. Maar nu ga ik met de bus. Of ik blijf thuis. Want ik kan eigenlijk niet goed uitleggen welke zwaarwegende redenen ik heb om mij op straat te begeven terwijl het KNMI mij afraadt op pad te gaan. Het landschap van mijn keuzes en mijn verantwoordelijkheden is door “code rood” veranderd.

Mijn irritatie heeft, geloof ik, niet te maken met de verregaande bemoeizucht van de weerdeskundigen. Ze bedoelen het goed, toch..?

Het is meer dat ik me stoor aan de hoofdrol die preventie en risicovermijding in onze hedendaagse collectieve verantwoordingsstructuren krijgt. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, zeggen ze. En dan bedoelen ze dat dat een voordeel is. Maar met zijn tweeën is het soms veel lastiger om één leven te leiden. Zeker als die tweede een vreemde is, een deskundige die meent dat hij iets weet en die zich de verantwoordelijkheid toerekent om jou te behoeden voor naïeve onwetendheid. Dat voelt als de voet van een Jehova’s Getuige tussen mijn deur.

Mag ik gewoon zelf door mijn eigen storm naar huis geblazen worden, of niet?