Roeiboot

Het is een bekend gezegde: dat we moeten roeien met de riemen die we hebben. Maar er is nog iets fascinerend aan een roeiboot, iets dat ons ook iets belangrijks vertelt over ons menselijk bestaan. In een roeiboot zit je achterstevoren: je ziet niet waar je heen gaat, maar kijkt terug op het spoor dat je hebt afgelegd. Dat past bij het inzicht dat het leven vooruit geleefd wordt, maar achteruit begrepen. En dat helpt ons aan een betere omgang met de tragiek van het bestaan en met de dunne lijn tussen lafheid en overmoed.

Ik vind het één van de meest karakteristieke beelden van het menselijk bestaan: iemand in een roeiboot, met zijn rug naar de toekomst, het spoor overziend dat hij tot dan toe door het water getrokken heeft. Het past bij het gezegde dat het leven vooruit geleefd wordt, maar achteruit begrepen. De spontaniteit van onze eerste indruk of onze eerste impuls gaat aan de beslistheid van ons begrip of ons definitieve oordeel vooraf. En dat blijft. Altijd. Met iedere riemslag komen we in nieuw vaarwater dat we nog niet overzien totdat we ons spoor er doorheen getrokken hebben. 

Omdat ik op deze manier naar het menselijk bestaan kijk, zie ik een bijzondere rol weggelegd voor moed en tragiek, net als voor hoop en berusting. Moed, omdat je met iedere riemslag vooruit komt, een ongewisse toekomst tegemoet. Tragiek, omdat je achteraf pas begrijpt wat je beter had kunnen doen. Hoop, omdat je van je fouten leert en daardoor voortaan beter koers zult kunnen houden. En berusting, omdat waar je ook terecht komt het leven uiteindelijk de moeite waard zal zijn.

Het beeld helpt me om verschillende levenshoudingen te karakteriseren, levenshoudingen die zich soms diep hebben genesteld in instituties en omgangsvormen. Kijk bijvoorbeeld op dit moment naar het coronavirus en naar de tweede golf die we proberen te voorkomen. Kunnen we leven met het idee dat onze samenleving een roeiboot is waarin wij achterstevoren een ongewisse herfst tegemoet varen? 

Ik zie genoeg mensen in de media die dat beeld verwerpen. Ik hoor volop mensen die hun zinnen hebben gezet op iets anders dan moed en hoop, mensen die menen dat we de tragiek van het bestaan behoren te kunnen vermijden en voor wie berusting klinkt als een slappe nederlaag. Zij willen geen regeringsleiders die moedig en hoopvol zijn, maar een overheid die zekerheid te bieden heeft. Die zekerheid zal voor sommigen de vorm aan moeten nemen van een op wetenschappelijke evidentie gebouwd beleid. Test – trace – isolate.

Als je experts wantrouwt, zal je overigens liever een regering hebben die met harde hand handhaaft. Wat dan precies hoe gehandhaafd moet worden, zal voor ons als roeiers in de boot onduidelijk en willekeurig blijven. We weten immers gewoon nog te weinig van het virus en van hoe het virus onder mensen huishoudt. In dit soort stemmen hoor ik dan ook vooral de moed der wanhoop en een gemakkelijke klacht aan het adres van onze overheid die zogenaamd een zwabberkoers vaart.

Er zijn er ook die hun eigen moed – of die van anderen – verwarren met overmoed. Ons kan niets gebeuren. Natuurlijk, de lijn tussen moed en overmoed is soms dun, fascinerend genoeg soms even dun als de lijn tussen moed en lafheid. Dat hoort bij moed, bij roeiers die achterstevoren in een boot zitten, die hun leven achteruit begrijpen. Het smalle spoor van de moed, laverend tussen lafheid en overmoed, wordt terugziend pas duidelijk. Precies dat is de tragiek van ons bestaan. 

Die tragiek zit hem niet zo zeer in catastrofale rampen zoals de verschrikkelijke explosie in Beiroet, maar juist ook in het kleine ongemak, dat je niet kunt weten of je overmoedig bent als je het niet zo nauw neemt met die anderhalve meter, of dat je juist laf bent als je die anderhalve meter bloedserieus neemt.

Voor wie teveel berusting ziet in de oude man die op kalm water geniet van het avondzonnetje heb ik nog een tweede beeld dat wellicht beter past bij onze haastige samenleving. In dit tweede beeld kun je ook de hoop en de moed zien zitten, als een wat fragiele stuurvrouw, de blik naar voren, hopend dat haar stem hoorbaar zal zijn tussen al dat geweld van zoveel roeiers.

3 Reacties

  1. Fijne blog. Tekenend de roei metafoor, rug naar de toekomst. Bij mij ging mijn gedachte meteen uit naar o.m. de gondeliers in Venetië en hoe lokale vissers in Azië achter op hun boot staan en vaak met één riem vooruit kijken en varen. Metafoor doortrekken naar zeilen. De kracht van de wind benutten. Over de roeiers in het 2e beeld; zij vertrouwen ‘blind’ op de stuurvrouw en haar aanwijzingen. Dat vertrouwen is cruciaal om stap voor stap de toekomst te creëren met vooruit kijken, richting bepalen en onderweg bijstellen.

  2. Ik had me ingeschreven omdat ik je hoorde praten over verandering in het onderwijs. Dit stuk spreekt mij wederom aan omdat ik het idee heb dat er echt iets kan veranderen. Ben een boek aan het schrijven over het brein wat niet echt wil vlotten omdat ik geen schrijftalent heb maar wel een oplossing heb zodat we wel een verandering kunnen maken om wat meer vooruit te roeien in het leven. Ben door een hel gegaan in mijn leven maar vond hierdoor iets speciaals de werking van het onbewuste Systeem in het brein en dat zouden we kunnen onderwijzen. Daar komen veel problemen vandaan met betrekking tot lichamelijke en psychische problemen maar ook agressie, geweld, oorlogen, macht, en alle vormen misbruik. Leren op school wel hoe ons hart, nieren en longen werken niet hoe ons onbewuste brein werkt, dat heb ik ontdekt en daar kunnen we iets mee. Ik heb niet veel opleiding maar grootste plannen, dus als je hier iets mee wil zou ik het best willen bespreken. Wie de jeugd heeft , heeft de toekomst. Het zal niet in een keer gaan maar nu in het onderwijs, zelfkennis en over honderd jaar zien mensen de wereld zoals hij is, niet zoals we gevormd zijn of beter gezegd vervormd zijn. Dit ging echt op voor mij, veel verdriet en berouw gehad maar wel iets ontdekt hierdoor. MIjn website is nog niet in de lucht die is in de maak.

Reacties zijn gesloten.