Verwijlen

Wat een prachtig woord voor een nieuwe visie op onderwijs: verwijlen. Ik kwam het woord tegen in het kader van het boek dat ik op dit moment schrijf over vorming en vervorming in het huidige onderwijsbestel.
De oude klank bevalt me. De associatie met het tijdperk van Kees de Jongen die het oproept. En de associatie met wandelen, met tijdens het wandelen vertragen, stilstaan, rondhangen.
Ik schreef eerder (hier en hier) over opvoeding dat het geen timmerklus is, en ook geen kwestie van tuinieren. Opvoeding is een kwestie van samen wandelen, zo betoogde ik, samen op pad zijn. En in een dynamische omgeving is samen wandelen voor dynamische mensen vooral een kwestie van elkaar niet kwijtraken, van samen blijven. Meer is het niet. Opvoeden, zo betoogde ik, is een kwestie van een goede, levenslange relatie bouwen tussen ouder en kind. Dynamisch zal die relatie zeker zijn, omdat het kind in een razend tempo vermogens en verantwoordelijkheden ontwikkelt en de ouder zich daardoor voortdurend opnieuw moet positioneren.
Onderwijs heeft diezelfde dynamische structuur en juist vanwege het vuurwerk dat bij die dynamiek hoort vind ik dan dat woord ‘verwijlen’ zo mooi. Neem maar eens even de tijd. Vertraag je pas. Drentel wat rond. Besteed eens wat extra aandacht aan dit of dat nieuwe vermogen dat zich ontwikkelt. Vermenigvuldigen en delen? Mooi. Neem er de tijd eens voor. Probeer maar uit. Probeer het maar eens met grotere getallen of met breuken. En dat je daar dan als leerkracht ook de tijd voor kunt nemen, dat je verwijlt in de rekentuin. Of dat je als leerkracht je leerlingen uitnodigt eens stil te staan bij de geschiedenis van Europa, de vluchtelingencrisis, het gedrag van smeltend ijs of kokend water, het weer, de groei van zonnebloemen, de voortplanting van kikkers. Er is zo veel om bij stil te staan. Zo veel om de tijd voor te nemen.

Natuurlijk is het ook het tegenintuïtieve gebrek aan haast, urgentie en efficiëntie dat mij aan dit woord bevalt.
Verwijlen…
Het besef dat het niet om het halen van toetsen gaat, niet om het afvinken van taken, niet om het versnellen van de ontwikkeling en niet om het streven naar een zo hoog mogelijk diploma.
Verwijlen…
De tijd hebben en de tijd nemen. Acht jaar primair onderwijs, dag na dag alleen maar een dagje ouder hoeven worden – drie keer zo oud worden en dan nog maar pas twaalf zijn. Het hele leven nog voor je.
Daar kunnen volwassenen nog wat van leren. Want die zijn zo gewend geraakt aan doorhollen tot ze erbij neervallen… Die komen het verwijlen doorgaans pas weer tegen als ze tachtig zijn en dan weer opnieuw moeten leren om doelloos uit het raam te staren. Nog tien of twintig jaar.
Zouden we onze tijd niet wat beter kunnen leren spreiden nu we tegenwoordig allemaal zo lang hier op aarde verwijlen?

1 Reactie

Reacties zijn gesloten.