Laat je niets wijsmaken – juryrapport

Plaatsing stickerDames en heren,

Zoals u inmiddels begrepen zult hebben, heeft de jury dit jaar voor een haast onmogelijke taak gestaan. Vijf boeken die allemaal zoveel kwaliteit hebben, hoe kies je daaruit? Ik kan u verklappen dat wij ook werkelijk alle aspecten van de boeken met elkaar hebben vergeleken en bediscussieerd voor we eruit kwamen. Dat ging erg grondig en duurde lang. De tafel in Arti, waaraan wij vergaderden, staat er nog van na te trillen.

De vijf boeken op de shortlist excelleren allemaal in een eigen genre: van diepgaande cultuurkritiek tot in de praktijk verworven en toegepaste filosofie, en van urgente en actualiserende filosofiegeschiedenis tot alledaagse wetenschapsfilosofie. Het was een bijzonder rijk jaar om uit te oogsten. En dat is precies wat deze prijs hoopt te stimuleren en te behouden: een Nederlandse traditie van diepgaande maar toegankelijke filosofieboeken, die niet alleen de academie maar ook een breder publiek bereiken. Boeken die origineel zijn, prikkelen, en die vooral ook urgent zijn.

De winnaar van dit jaar doet de naam van de prijs eer aan. Als een ware Socrates zet de auteur namelijk zijn lezers aan om zelf te denken. En dat doet hij in een glasheldere en zeer toegankelijke stijl. Onze samenleving is erfgenaam van de Verlichting – een thema dat overigens in alle 5 genomineerde boeken een belangrijke rol speelt. Die Verlichting gaf ons een zelfstandigheid van denken, een kritische houding, en ook de moderne democratie en wetenschap. Maar ze heeft ook een keerzijde, en die wordt in het boek van de winnaar duidelijk voelbaar. Hoe kunnen wij leven in een samenleving waarin de wetenschap steeds meer het laatste woord heeft? Zeker als die wetenschap zich niet alleen richt op de natuur, maar ook op de mens, waardoor we ook onszelf steeds meer in wetenschappelijke termen gaan begrijpen. Wat gebeurt er als wetenschappers ons denkkaders aanreiken die ons niet mondiger maken, maar juist minder mondig?

Het woord ‘wetenschapsfilosofie’ roept bij veel mensen een stoffig beeld van ondoordringbare vaktaal op. Dat kan ook anders, moet de winnaar van dit jaar gedacht hebben. Omdat wetenschap een steeds grotere rol speelt in ons dagelijks leven, moet de wetenschapsfilosofie juist daarover gaan. Wetenschapsfilosofie gaat over onszelf en over de maatschappij. Daarmee brengt hij een urgente filosofische vraag dicht bij het alledaagse leven van mensen. Op een even eigenzinnige als onontkoombare manier verdedigt de schrijver de gewaagde stelling dat de wetenschap niet altijd het laatste woord kan hebben. En dat we juist in onze samenleving die totaal van wetenschap doordrongen is, ons nuchtere, gezonde verstand niet moeten prijsgeven. De schrijver schept zelfs een fictieve wereld, zonder wetenschappelijke deskundigen, om te laten zien wat dat kan betekenen: je gezonde verstand laten spreken. Een prachtig uitgewerkte vorm, die het boek erg prikkelend en toegankelijk maakt. Het ‘gezond verstand’, dat is een kritische denkhouding, het onafhankelijk en zelfstandig nadenken dat juist ook de basis vormt van alle wetenschap. Ironisch genoeg is het prcies die houding die onder druk staat in onze wetenschappelijke cultuur. We vertrouwen zo sterk op wat de wetenschap ons biedt, dat we soms vergeten om zelf na te denken.

Dames en heren, het boek ‘Laat je niets wijsmaken’ is een prachtig geslaagde combinatie van filosofische diepgang, brede toegankelijkheid, en originele denkkracht. Zonder jargon en zonder het voortdurend droppen van namen en theorieen van filosofen spreekt Jan Bransen ons aan op onze verantwoordelijkheid om zelf te denken. Als een hedendaagse Socrates stelt hij lastige vragen, peutert hij net zolang aan wat vast lijkt te zitten tot het loslaat, en gaat hij bijna ‘live’ met je in discussie. Filosofie is voor hem een houding, geen vakgebied. Geen filosofologie, zoals Mulisch gezegd zou hebben, maar een manier van kijken en van leven. ‘Laat je niets wijsmaken’ laat bij uitstek zien wat die filosofische houding allemaal in kan houden en op kan leveren. En daarom verdient dit boek bij uitstek de Socratesbeker 2014. Jan Bransen: van harte gefeliciteerd!