Dingen doen met woorden

Het is bij tijd en wijle een zorg die me bezighoudt, waar ik zelfs wakker van kan liggen: kan ik iets anders dan mooie praatjes vertellen? Moet ik mij aangesproken voelen door iemand die zegt dat we nu lang genoeg hebben gepraat en dat het nu eens tijd is voor actie?

Bij mij gaan dan direct allerlei filosofische bellen rinkelen, omdat zo iemand blijkbaar veronderstelt dat er een verschil is tussen woorden en daden, dat al dat gepraat geen kwestie van doen is, dat praten één is, maar actie heel iets anders. Die kwestie op dat moment bespreekbaar willen maken met zo iemand als gesprekspartner, is natuurlijk vragen om moeilijkheden.

[Interruptie]

Net een paar uur nadat deze blog werd gepubliceerd, is Rusland Oekraïne binnengevallen. Over dingen doen met woorden gesproken! Het zijn Putin’s woorden geweest die deze oorlog werkelijkheid hebben gemaakt.

Maar wat dan? Hoe voorkom je dergelijke moeilijkheden? Hoe los je ze op? En moet ik me niet eens aangesproken voelen door de oproep “Geen woorden, maar daden!”?

Ja, uiteraard.

Maar ironisch en fascinerend genoeg bestaat die oproep zelf uit niet meer dan vier woorden. Dat vind ik dan weer leuk, en zo kom ik gelukkig steeds weer terug bij de clou die mij verzoent met mijn bestaan als filosoof: ik ben nu eenmaal iemand die dingen doet met woorden.

Het is een wonderlijk vermogen, onze taal. We zijn er als talige diersoort daadwerkelijk in geslaagd met woorden dingen te doen. Intrigerend. En dan gaat het niet alleen om het gebruik van taal om andere mensen dingen te laten doen. Natuurlijk kunnen we bevelen, instrueren, verleiden, manipuleren, straffen, belonen, aanmoedigen en uitnodigen. Er zijn heel veel woorden waarmee we anderen dingen kunnen laten doen. En natuurlijk zijn er ook woorden waarmee wij zelf dingen kunnen doen: beloven, vragen, afspreken, interpreteren, luisteren. Maar daarnaast zijn er ook een heleboel woorden waarmee we letterlijk dingen kunnen doen, woorden waarmee we letterlijk objecten, zaken kunnen maken, zoals de woorden in een recept, de woorden in een gedicht, een verhaal, een voorspelling, een belofte, een dreigement, een classificatie.

We kennen de rol van classificaties uit het werk van Ian Hacking. Hacking schrijft over het looping effect – kortweg een wat complexer soort self-fulfilling prophesy. Labels voor psychische stoornissen reorganiseren onze omgang met elkaar zodanig dat, bijvoorbeeld, iemand met als ADHD gelabelde verschijnselen een ADHD’er wordt. We zien een dergelijk looping effect – waarbij ons woordgebruik onze werkelijkheid transformeert – op dit moment bijvoorbeeld in de wazige sfeer van de in opkomst zijnde non-binariteit van menselijke geslachtelijkheid. Maar als je er eenmaal op gaat letten zie je het overal: het begrip voltooid leven creëert voltooide levens, zoals jaren geleden het begrip hufter de enorme toename van het aantal hufters in de hand heeft gewerkt. Kijk ook naar het gebruik van woke of wappie.

Deze wisselwerking tussen verschijnselen en begrippen is een bekende typisch filosofische thematiek, dominant aanwezig in de Grote Vragen van de Filosofie: kunnen we door te praten over wat nu precies solidariteit, vrijheid, gelijkheid, waarheid, kennis, enzovoort is, de realiteit van deze zaken in onze samenleving helpen realiseren?

Ja, dat kan. Zulk gepraat is immers daadwerkelijk ook een kwestie van doen.

Maar tegelijkertijd doemt dan toch altijd weer het dreigende verschil op tussen ‘alleen maar gepraat’ en echte actie. Quine schreef Word and Object.; Foucault Les mots et les choses. Er is een verschil.

Met woorden begin je niet veel tegen Russische kruisraketten. Tegelijkertijd zullen het toch ook alleen weer woorden zijn die een eind aan de oorlog zullen kunnen maken.

We zijn een complexe diersoort. We doen dingen met woorden. Daarom zijn er ook filosofen, of, zoals ik dat in Word zelf filosoof omschreef, daarom loont het de moeite om de filosoof in jou wakker te roepen. Want ons taalgebruik verdient kritische aandacht. Wat doen we nu precies met woorden? En wat doen die woorden met ons?

Daarover geef ik zo hier en daar lezingen en voordrachten. Ik hield daarvan op deze website altijd een agenda bij, maar dat is in onbruik geraakt sinds corona in maart 2020 heel het land stil legde en ik daardoor een tijdlang helemaal nergens meer voordrachten gaf. Nu we langzaam terecht komen in het post-corona tijdperk, wil ik mijn agenda weer gaan bijhouden. Omdat ik zo hier en daar dingen doe met woorden. Dingen die kritische aandacht behoeven. Dingen waar ik om geef.

[Dat ik mij op dit moment toch ook een beetje geneer voor mijn gefilosofeer, tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne, hoort bij de dingen waar ik om geef. Ik begrijp er niets van, van oorlog. Gewoon helemaal niets.]

2 Reacties

  1. Beste Jan en Linda,
    Ik vroeg mij af: “bestaat dat eigenlijk wel ‘doen zonder woorden’?
    Linda heeft die vraag mooi benaderd met de zin: Het leven zelf heeft geen standpunt maar wordt toch simpelweg geleefd?
    Het voorbeeld waar Jan mee begint – dat al dat gepraat geen kwestie van doen is en of hij zich aangesproken moet voelen door de slogan ‘geen woorden maar daden’- laat zien dat er wel degelijk verschil is tussen woord en doen maar ook een oorzakelijk verband.
    1. Er bestaat dus doen door een bewuste persoon (of een persoon met bewustzijn) en doen wat niet door die persoon zelf gedaan wordt.
    Via de termen ‘looping effect’ en ‘self-fulfilling prophecy’ kwam ik op de site van Liza Omran:
    https://www.psyblog.nl/2011/09/12/het-looping-effect-en-de-kracht-van-verwachtingen/
    Hier vind je een voorbeeld van de keten van oorzaak en gevolg van het woord ‘asperger’.
    Hier is m.i. sprake van het ‘doen’ van vele personen die een (gelegenheids)collectief vertegenwoordigen.
    Tot zover het ‘doen’ via willen.
    2. Dan het ‘doen’ zonder willen, wat Linda misschien bedoelt met ‘het leven heeft geen standpunt’.
    Daarvoor las ik het boek: “Al het andere is onvrijheid” van Wei Wu Wei (pseudoniem van
    Terence James Stannus Gray, zie Wikipedia)
    Het ‘doen’ dat hierin aan de orde komt is het volkomen ongeconditioneerd handelen.
    Hiervoor is uiteraard in de eerste plaats diepgaande kennis van onze conditionering nodig,
    een boeiend en leerzaam avontuur, voor iedereen lastig maar in het bijzonder voor de ‘geen-woorden-maar-daden’ aanhangers.

    Omdat dit doen mogelijk niet conflictueus van aard is (geen tegenstellingen veroorzaakt) zou het zeker aanbeveling verdienen daar in lezingen aandacht aan te besteden.
    Het is in ieder geval een ding waar ik om geef.
    Fijne bijdragen om te lezen Jan en Linda, bedankt.

  2. Beste Jan,
    Je zou in de relatie tussen taal en actie nog een nuance kunnen maken. Voordat wij spreken, of voorafgaand aan het spreken, is er immers ook sprake van lichaamstaal als reactie op wat er gezegd of gedaan wordt. Dit is een rijkdom aan daden vanuit het leven zelf dat nog vaak over het hoofd wordt gezien. Deze daden worden ons in stilte gegeven, en is dat niet de ruimte waarin we elkaar echt ontmoeten en het verschil tussen woorden en daden wegvalt? De discussie over het verschil bestaat in mijn beleving alleen als wij niet daadwerkelijk in contact zijn met onszelf en elkaar: als de ratio het voor het zeggen heeft en we het idee hebben dat wij iets, een standpunt moeten verdedigen. Het leven zelf heeft geen standpunt maar wordt toch simpelweg geleefd? Geen woorden maar daden heeft in dat opzicht voor mij een dubbele betekenis:)

Reacties zijn gesloten.