Hoe wij ons onbewust onbekwaam ontwikkelen

Er is een interessant en belangrijk onderscheid tussen een lineaire en een circulaire visie op ontwikkeling, een onderscheid waarvan ik me verbeeld dat het een rol van belang zal kunnen spelen in de transities waarvoor wij op dit moment in het Westen staan. De moderne manier van denken die sinds de Renaissance ons Westerse bestaan langzaamaan is gaan domineren, weet zich namelijk geen raad met het idee van een circulaire ontwikkeling. Het moderne perspectief lijkt “terug naar af” niet te kunnen begrijpen als een stap vooruit.

Het modernisme associeert vooruitgang, groei of ontwikkeling met het beklimmen van een ladder of met het uitbreiden van een olievlek. Ontwikkeling gaat dan altijd om meer of om beter, zoals ook steevast het geval is als je in behendigheidsspelletjes de “next level” haalt. Toch kennen we wel voorbeelden van ontwikkelingen die als een iteratief proces voorgesteld worden, waarbij er sprake is van een beperkt aantal stappen die zich eindeloos herhalen, als in een cirkel, waarbij het idee is dat het in feite om een spiraal gaat. Iedere stap in die cirkel moet beschouwd worden als een kwalitatieve sprong naar een hoger niveau.

Uit het vaardighedenonderwijs ken ik daar een mooi voorbeeld van, een voorbeeld dat overigens tegelijkertijd duidelijk maakt hoe moeilijk zo’n continue, terugkerende kwalitatieve sprong naar een hoger niveau begrijpelijk gemaakt kan worden. Ik bedoel dit voorbeeld, dat je misschien wel eens eerder hebt gezien:

Het ligt voor de hand om linksboven te beginnen en je te realiseren dat je soms onbewust onbekwaam bent. Je hebt bijvoorbeeld helemaal niet in de gaten dat de tentamens die je in je onderwijs gebruikt helemaal geen betrouwbare meting zijn van wat je studenten geleerd hebben. Nu je dit leest en er eens over nadenkt, zou het kunnen gebeuren dat je een ontwikkelstap zet. Je bent bewust onbekwaam geworden en verliest het vertrouwen in de validiteit van jouw tentamenvragen. Daar moet iets aan gedaan worden. Je gaat er misschien over lezen, praat er met collega’s over, of vraagt raad bij mensen die verstand van toetsen hebben. Je doet inzichten op en die inzichten helpen je om bewust bekwaam te gaan worden. Weer een ontwikkelstap gezet.

Deze stap krijgt in veel voorbeelden het karakter van aandachtig oefenen om een nieuwe gewoonte te ontwikkelen. Je was bijvoorbeeld onbewust onbekwaam in het vermijden van misplaatste stopwoordjes, werd daarop gewezen en nu ben je bewust bekwaam aan het worden doordat je met veel aandacht probeert te voorkomen dat je om de haverklap “Helemaal top!” zegt. De nieuwe goede gewoonte slijt langzaam in en je zet weer een ontwikkelstap. Je bent een docent geworden die onbewust bekwaam is in het opstellen van goede en betrouwbare tentamenvragen.

Mooi. Proces voltooid, zou je denken. Vier ontwikkelstappen doorgemaakt en je doet voortaan vanzelf het goede.

Hier wordt het echter ook spannend omdat het circulaire ontwikkelingsmodel suggereert dat er nóg een ontwikkelstap gezet kan worden, de stap van onbewust bekwaam naar onbewust onbekwaam. Maar hoe kan dát nu begrepen worden als een kwalitatieve sprong naar een hoger niveau? Hoe kan een ontwikkeling van bekwaam naar onbekwaam een indicatie zijn van het bereiken van de ‘next level’?

Dit is een belangrijke vraag die vanuit een modern, lineair perspectief doorgaans ontweken wordt door het schema te veranderen. Modern denkend ligt het voor de hand om de spiraal eruit te halen en er gewoon een lineair groeimodel van te maken.

De ontwikkeling stopt als het meesterschap is bereikt en de goede gewoonte een vanzelfsprekend geschikt automatisme is geworden.

Deze voorstelling van zaken vertrekt echter vanuit de aanname dat ontwikkeling een eenzijdige kwestie is, iets dat zich in iemand voltrekt, in een op zichzelf staand individu dat zich weliswaar in interactie met zijn omgeving ontwikkelt, maar dat juist dankzij die ontwikkeling gaandeweg onafhankelijk, autonoom, volwassen wordt. Ontwikkeling is echter geen eenzijdige kwestie. Juist omdat ook de omgeving altijd in beweging is, altijd verandert en zal blijven veranderen, is ontwikkeling een dynamische aangelegenheid die keer op keer om herhaling vraagt, om itererende doorontwikkeling. Vandaar het eerste schema; vandaar de circulaire ontwikkeling.

De crux is hier dat ontwikkeling geen individuele maar een collectieve verdienste en uitdaging is. Zodra jij onbewust bekwaam bent geworden is het jouw omgeving die een kwalitatieve sprong kan maken, een sprong waardoor jouw onbewuste bekwaamheid zich ontwikkelt tot een onbewuste ónbekwaamheid. Dat is een kans voor jou: je kunt iets áfleren. Ook dat is groei; ook dat is positieve ontwikkeling. Want je maakt misschien wel uitstekende tentamenvragen, maar ondertussen hebben de mensen om je heen zich verdiept in portfolio assessments en in programmatisch toetsen en dan ben je met je goede tentamenvragen toch niet meer dan onbewust onbekwaam geworden.

De permanente ontwikkeling die bij een leven lang leren hoort is de ontwikkeling waarin zowel leren als áfleren een stap vooruit zijn. Het gaat immers niet om jouw op zichzelf staande, individuele ontwikkeling, maar om jouw rol in en jouw bijdrage aan een duurzaam lerende gemeenschap. Circulaire doorontwikkeling ontstaat in een ruimte waarin we elkaar kritisch bevragen op onze bekwaamheden. Meesterschap is geen stabiel eindpunt, maar bestaat juist in de dynamische bereidheid om te accepteren dat jouw kwalitatieve sprong voorwaarts soms door de ander wordt gezet, namelijk door degene die ontdekt dat jij onbewust onbekwaam bent.

Het is deze herneming van expertise die ons kan helpen inzien dat ontwikkeling niet lineair maar circulair is. De stap van onbewust bekwaam naar onbewust onbekwaam is in feite een geweldige stap voorwaarts. Het is precies de stap die hoort bij de transitie die we op dit moment in het Westen moeten doormaken, de stap die de bescheidenheid zichtbaar maakt die de moderne manier van denken zo overweldigend uit het oog lijkt te zijn verloren.