De universiteit als duurzame, intelligente gemeenschap

Vandaag is het voor de universiteit waarbij ik werk Impact Day. Op deze dag vraagt de Radboud Universiteit extra breed aandacht voor de rol van onderwijs en onderzoek in de klimaatcrisis. Dat is mooi. En belangrijk. De universiteit laat hiermee niet alleen maar zien dat ze waardengeoriënteerd in de wereld staat – zoals iedere institutie – maar ook welke waarde voor haar een leidende rol speelt: duurzaamheid. 

De Radboud Universiteit neemt hiermee duidelijk afscheid van de typisch moderne maar incoherente intellectuele arbeidsdeling. Zij weigert voortaan alleen nog maar voor de feiten te zorgen. Het gat tussen enerzijds weten wat er aan de hand is en anderzijds willen doen wat gedaan moet worden (het “knowledge/action gap“) is pijnlijk groot en is in het licht van de huidige klimaatcrisis volstrekt onhoudbaar geworden. Lang hebben we gewerkt met twee gescheiden domeinen van rationaliteit: enerzijds de wetenschappelijke rationaliteit die ogenschijnlijk geen ander doel had dan ons te helpen aan de beste, meest gerechtvaardigde opvattingen over de toestand van de wereld, en anderzijds de politieke rationaliteit van het welbegrepen eigenbelang die ons ogenschijnlijk hielp aan de beste, meest gerechtvaardigde verlangens over hoe we zouden willen dat de wereld is. Dat onderscheid heeft ons altijd in de weg gezeten en we weten dit al sinds Marx, Nietzsche en Freud ons indringend hebben gewezen op diverse ongerijmde implicaties.

Nu de klimaatcrisis ons wereldwijd bij de strot heeft gegrepen is het echt de hoogste tijd afstand te nemen van deze verlammende tweedeling. Wetenschappers laten zich niet meer wegzetten als onbetrokken ivoren torenbewoners die zich waardenvrij alleen maar bezig zouden moeten houden met het verstrekken van quasi-objectieve feiten. Nee, wetenschappers laten hun engagement zien. Ze zijn begaan met de wereld. Ze geven om de toekomst. En dat is precies waar onderwijs, onderzoek, rationaliteit en duurzaamheid elkaar ontmoeten: in dat geven om de toekomst.

Ik licht dat (extreem kort) toe. Als scenarios niet verlopen zoals we verwachten schakelen mensen over van de automatische piloot naar de onderzoekende houding. Ze nemen wat afstand om met een kritische blik te kijken naar zowel wat er gebeurt, en waarom, als naar wat ze hadden verwacht, en waarom. Die kritische, reflecterende blik heeft van ons lerende, plannende wezens gemaakt – intelligente wezens. Wij zijn daardoor in staat in scenario’s opties te onderscheiden en te evalueren en de meest geschikte optie na te streven. Soms heeft het zin om aan arbeidsdeling te doen door iemand specifiek te belasten met die kritisch reflecterende taak. Denk aan de ‘acht met stuurman’: acht roeiers die niets anders hoeven doen dan met het verstand op nul zo hard mogelijk te roeien, terwijl één stuurman oplet of de boot op koers blijft.

Die arbeidsdeling moet je echter niet overdrijven – zoals dat helaas wel gebeurd is in onze hyper-gespecialiseerde kennismaatschappij. Wij hebben een beroepsgroep gecreëerd waarvan we verwachten dat zij zich volstrekt zonder engagement beperken tot het beschrijven en verklaren van wat er aan de hand is. Maar waarom? Dat geldt immers ook voor die stuurman niet: die is één en al engagement. Die reflecteert en onderzoekt juist om de boot op koers te houden. Zulk engagement is precies ook waarom die kritische blik onmisbaar is voor onze intelligente omgang met de wereld, elkaar en onszelf: om de harmonie in het scenario te herstellen, de afstemming tussen wat wij verwachten en wat er gebeurt. Die harmonie is in feite een afstemming op de toekomst.

Juist die harmonie is op dit moment volstrekt verstoord. Vandaar dat duurzaamheid een centrale plaats hoort te krijgen in ons onderwijs en onderzoek. Niet als studieobject, maar als oriënterende waarde. Want duurzaamheid is bij uitstek de waarde die maakt dat een scenario toekomst heeft, dat er in zo’n scenario een goede afstemming is tussen wat we verwachten en wat er gebeurt. Dat is geen kwestie van totale controle – juist niet. Het is een kwestie van een permanente open en kritische blik, van een onderzoekende houding die past bij een flexibele en dynamische gemeenschap die een leven lang wil blijven leren. Alleen als we er in slagen om zo’n gemeenschap te worden zullen we als mensheid toekomst hebben op een planeet die ons koestert zoals wij haar koesteren.

Daar wil de Radboud Universiteit haar steentje aan bijdragen. Dat is geen PR-stunt, maar een bekentenis – een belijdenis, zou je zelfs kunnen zeggen – van wat voor ons van waarde is.

2 Reacties

    1. Dag Paul, nee, ik kende dat boek nog niet. Heb het direct besteld. Bedankt voor de tip!

Reacties zijn gesloten.