23 september: Gevormd of vervormd?

In Leusden is niet alleen de uitgever van mijn laatste boek (ISVW) gevestigd, maar ook het Zincafé, een “caféachtige avond waar mensen elkaar ontmoeten en van gedachten kunnen wisselen met een speciale gast uit de wereld van wetenschap, religie, kunst, cultuur of politiek.”

In dat Zincafé mag ik over mijn onderwijsvisie komen vertellen. Ik heb ze deze samenvatting gestuurd:

Het huidige onderwijsbestel vervormt onze menselijkheid, doordat het ons laat geloven (1) dat je eerst jarenlang moet leren voor je aan het maatschappelijk leven kunt meedoen; (2) dat kennisverwerving het best in kleine brokjes gebeurt waarbij je voortdurend toetst; (3) dat docenten onderwijzen en dat leerlingen daardoor leren; (4) dat diploma’s belangrijk zijn voor je gevoel van eigenwaarde; en (5) dat de kwaliteit van onderwijs bepaald kan worden aan de hand van de resultaten die het heeft.

Jan Bransen zal betogen dat dit stuk voor stuk onjuiste ideeën zijn die meer kwaad doen dan goed. Daarom is het hoog tijd dat we ons onder­wijs anders organiseren, zodat het ons wél ten goede komt, dat het vormt in plaats van vervormt.  In het primair onderwijs zal het dan vooral gaan om de ontwik­keling van het zelfvertrouwen, zodat kinderen hun stem durven roeren. Dat vraagt o.a. om het afschaffen van het té vroeg selectieve schooladvies. In het voortgezet onderwijs gaat het voor jongeren vooral om het leren verwerven van een positie waarin ze ertoe doen. Dat vraagt om onderwijs inen buiten de school. En daarna? Daarna is het tijd voor een ‘tussendecennium’, zodat jongeren de ervaring kunnen opdoen die ze nodig hebben voor het hogere onderwijs.